Baalman‎‎‎‎‎(n)‎‎‎‎‎ ex Holthausen Stadt Meppen

"26 octob. [1791] Rudolphus i.e. Roelf. Parentes Joost Baalman et Maria Roelfs. Suscepit Trijntie Egges. Wikdervang."

Ongehuwd. Aangifte wordt gedaan door Jelle Adriaans Veenhoven, 33 jaar, arbeider, en Jan Jans Geerlings, 26 jaar, olieslagersknecht, beiden wonende in Veendam

"Memorie van Successie der nalatenschap van wijlen Roelf Joostens Baalman, overleden te Veendam den 12 maart 1845. Wij ondergetekenden: 1e Anna Joostens Baalman, ehevrouw van, en geadsisteerd met Derk Harms Holthuis, scheepstimmerman; 2e Catharina Joostens Baalman, zonder beroep; 3e Johanna Joostens Baalman, ehevrouw van, en geadsisteerd met Berend Pieters Drenth, landbouwer, wonende te Veendam; 4e Jan Baalman, koopman, wonende te Wildervank, en 5e Engelina Joostens Baalman, zonder beroep, mede wonende te Veendam, kiezende ten dezen woonplaats ten kantore van den heer Mr. Jan Cornelis van Slooten te Veendam, verklaren bij dezen dat op den twaalfden Maart 1800 vijf en veertig te Veendam, zijne laatste woonplaats, kinderloos overleden is Roelf Joostens Baalman, in leven ijzersmid, wonende te Veendam. Dat de nalatenschap van den erflater bestaat in: I. Een vijfde ongescheiden aandeel van den door hem, met de bovengemelde vier laatstgenoemde aangevers, in mandeeligheid bezeten boedel en gedrevene ijzersmederij, waarvan het geheel der voordeelige staat bestaat in: 1e Eene behuizing geteekend No. 61 en tuin staande en gelegen aan het oosterdiep te Veendam, zijnde eene ijzersmederij. Door de aangevers gewaardeerd op negenhonderd gulden f 900,00 2e Een stuk groenland, gelegen tusschen diepen te Veendam, groot vijftig roeden en negentig ellen, gewaardeerd op tweehondervijftig gulden f 250,00 3e Een stuk bouwland groot 1 bunder 26 roeden 70 ellen, gelegen landzijde aan het oosterdiep te Veendam, in de eerste stadsplaats, doende 'sjaars aan de stad Groningen f 2,815 ct tot belasting, door de aangevers gewaardeerd op driehonderdvijftig gulden f 350,00 4e Drie stukken land groot een bunder, vijftig roeden, tien ellen, gelegen landzijde aan het oosterdiep, achter de Mennoniten kerk te Veendam, in de derde stadsplaats, doende des jaars aan de stad Groningen, tot belasting f 1,25 cent. Door de aangevers getaxeerd op driehonderd vijftig gulden f 350,00 5e Een stuk bouwlans groot eenenzeventig roeden en negentig ellen, gelegen in de tweede stadsplaats aan het oosterdiep te Veendam, doende sjaars aan de bovengemelde stad tot belasting f 1,25 cent, door de aangevers gewaardeerd op honderd vijftig gulden f 150,00 6e Een stuk land groot zes en tachtig roeden acht ellen, gelegen in de zoogenaamde Brouwersplaat aan het oosterdiep te Veendam, door de aangevers gewaardeerd op honderd zeventig gulden f 170,00 7e De helft van den eigendom eener grondpacht, groot zes gulden sjaars, in gebruik bij Johannes Jans Huizing, getaxeerd op het twintigvoudig bedrag ad zestig gulden f 60,00 8e De loopende pacht daarvan vanaf den eersten Mei 1800 vierenveertig, tot het overlijden bedraagt twee gulden zestig cent f 2,60 9e Huismeubels en smidsgereedschappen, levende have en verdere roerende goederen te zamen door de aangevers gewaardeerd op vierhonderd gulden f 400,00 10e Contanten ten sterfdage aanwezig vijftig gulden f 50,00 Totaal Tweeduizend zeshonderd twee en tachtig gulden zestig cent f 2682,60

De nadeelige staat bestaat in de volgende schulden: 1e Aan de firma Bolt en zoon te Groningen wegens geleverd ijzerwerk volgens rekeningen van 1800 vier en veertig en 1800 vijf en veertig vijf honderd drie gukden twintig cent f 503,20 2e Aan Berend Pieters Drenth te Veendam, volgens onderhandsche obligatie de dato ........ groot in kapitaal duizend gulden f 1000,00 3e Interest daarvan naar vier procento, van af den eersten Augustus 1800 vierenveertig tot het overlijden bedraagt vieren twintig gulden zes cent f 24,06 [Totaal] 1527,26 Rest een voordeelig saldo van eenduizend eenhonderd vijfenvijftig gulden vierendertig cent f 1155,34, waarvan derhalve een vijfde gedeelte tot de nalatenschap van den erflater behoort, ad tweehonderd eenendertig gulden zes en een halve cent f 231,065. II. Het lijfestoebehooren van den erflater door de aangevers gewaardeerd op vijftig gulden f 50,00. Te zamen uitmakende het actief dezer nalatenschap ad twee honderd eenentachtig gulden zes en een halve cent f 281,065. Dat voorts het passief dezer nalatenschap bestaat in de doods- en begraveniskosten ter som van tachtig gulden f 80,00. Zoodat het zuiver voordeelig saldo bedraagt twee honderd een gulden zes en een halve cent f 201,065. Geërfd en verkregen wordende door de aangevers, zijnen broeder en zusters, ieder hunner voor gelijke aandeelen, als zijne eenige ab intestato erfgenamen. Dat eindelijk door dit overlijden geen fidei commis gedevolveerd of vruchtgebruik vervallen is, mitsgaders dat door niemand buiten de aangevers iets uit deze nalatenschap wordt genooten. Aldus opgemaakt, aangegevn en verteekend te Veendam den .... Juni 1800 vijf en veertig. [w.g.] Anna J. Baalman, D.H. Holthuis, Johanna J. Baalman, B.P. Drent, J.J. Baalman, Catharina J. Baalman, Engelienna J. Baalman."